De WAB komt eraan, de Wet Arbeidsmarkt in Balans. Dat gaat het één en ander aan veranderingen opleveren en daarom zetten wij ze hier even kort onder elkaar. In dit wetsvoorstel staan maatregelen voor flexibel werk, het ontslagrecht en de financiering van de WW. Het kabinet wil werkgevers namelijk aanmoedigen om werknemers in vaste dienst te nemen. Daarnaast dienen flexwerkers meer zekerheid in werk en inkomen te krijgen. Voor werkgevers belangrijke veranderingen, die misschien wat onoverzichtelijk kunnen zijn. Voor ons is het dagelijkse kost en dus zetten we het één en ander even kort onder elkaar:
Maatregelen Wet arbeidsmarkt in balans (WAB)
Als werkgever ga je een lage WW-premie betalen voor werknemers met een vast contract en een hoge WW-premie voor werknemers met een flexibel contract. Dat houdt in dat de sectorpremie komt te vervallen. Het verschil tussen de hoge en lage WW-premie is 5 procentpunt.
Ontslag en transitievergoeding
Er komt een extra reden voor ontslag: de cumulatiegrond. Ontslag wordt daarmee mogelijk wanneer omstandigheden uit verschillende ontslaggronden samen zorgen voor een redelijke grond voor ontslag. Is de cumulatiegrond een reden voor ontslag? Dan kan de rechter een extra vergoeding toekennen van maximaal een halve transitievergoeding. Dit komt bovenop de transitievergoeding waar een werknemer recht op heeft. Werknemers krijgen vanaf de eerste werkdag recht op een transitievergoeding, ook tijdens de proeftijd. Nu kunnen werknemers pas een transitievergoeding krijgen als zij 2 jaar of langer bij u in dienst zijn. Bij ontslag krijgt iedereen een transitievergoeding van een derde maandsalaris per gewerkt jaar. Het maakt dan niet uit hoelang de werknemer bij je heeft gewerkt.
Tijdelijk personeel en ketenbepaling
Je kunt als werkgever een werknemer langer in tijdelijke dienst houden. Het kabinet wil de ketenbepaling uitbreiden van 2 naar 3 jaar. De ketenbepaling is de periode waarna elkaar opvolgende tijdelijke contracten automatisch overgaan in een vast contract. Personeel met een tijdelijk contract kun je na een pauze van 3 maanden weer inhuren. Nu is dat een pauze van 6 maanden. Dit kan alleen bij terugkerend tijdelijk werk dat iemand maximaal 9 maanden per jaar voor uitvoert. En als er afspraken over staan in de cao.
Payrollmedewerkers en oproepkrachten
Payrollkrachten krijgen minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden als werknemers die in dienst zijn. Ook krijgen zij recht op een passende pensioenregeling. Een oproepwerknemer moet minstens 4 dagen van tevoren worden opgeroepen. Oproepkrachten houden recht op loon over die uren als dit werk minder dan 4 dagen van tevoren wordt afgezegd. In een cao kunnen afspraken worden gemaakt om de termijn van 4 dagen te verkorten tot 1 dag. De werkgever moet een oproepkracht na 12 maanden een contract voor een vast aantal uren geven. Dit moet hetzelfde aantal uren zijn als de werknemer gemiddeld in de afgelopen 12 maanden voor de werkgever
werkte.
Vragen?
Is het voor jou als werkgever of als werknemer niet helemaal duidelijk? Je kunt ons altijd bellen of e-mailen!